God heeft ons geschapen. Herinneringen uit de godsdienstles op de lagere school komen naar boven. God die de mens in elkaar boetseert en hem door lucht in te blazen tot leven wekt. Daarna gaan we in het paradijs lelijk de fout in en wordt ons lichaam sterfelijk. Zo letterlijk zullen we het nu niet meer nemen maar nog steeds sluimert het idee dat God ons precies heeft gemaakt en gewild hoe we nu zijn in onze schijnbaar specifieke vorm. Hij zou ons een specifiek lichaam gegeven hebben met een bepaald temperament en bepaalde karaktereigenschappen. En vanuit deze speciaalheid gaan we weer op zoek naar de Liefde. We willen een liefdevoller mens worden.
Het is prachtig als we wat vriendelijker en zachtaardiger worden maar de horizon ligt verder weg. Via vergevingslessen daagt het besef dat alle verschillen die we menen te zien tussen onszelf en anderen niet bestaan. Grenzen vervagen en Liefde gaat stromen. We gaan zien dat er geen rangorde in illusies bestaat. Ik ben niet beter dan jij omdat ik me beperk tot schelden en je niet fysiek aanval. Qua vorm verschilt dit wel degelijk en moeten we hiermee zien te dealen binnen de illusie. Maar qua inhoud is het allemaal hetzelfde zwartepieten met schuldgevoelens. Wie is het slachtoffer en wie de schuldige? Dat houdt ons bezig. Het antwoord? Niemand. We zijn nog steeds zoals God ons geschapen heeft. Geen grenzen, geen goede versus slechte mensen. In de illusie: jawel. In werkelijkheid: nee. We mogen leren onze blik te vestigen op de Waarheid. We kijken met de Heilige Geest naar onze neiging om onszelf of anderen te veroordelen. Kijk wat dit oordelen met je gevoel van vrede doet. Neem niks van mij aan. Kijk wat het met je doet als je mij of iemand anders een zeurpiet vindt. En als je dat jezelf niet langer wilt aandoen dan kies je opnieuw. Kijk naar wie jij bent, wie die ander is als je de projecties niet langer serieus neemt. Zie liefde en zie verschillen wegsmelten.
WB326: Laten we vandaag het verdwijnen van de aarde gadeslaan, eerst getransformeerd, om dan, vergeven, volledig op te gaan in Gods heilige Wil.